Een parabel voor alle dagen en voor tuinpark Buitenzorg
❧ U kent ze wel, die prachtige kerststalletjes die zo her en der te zien zijn. Soms heel groot met levende dieren, soms heel kitsch met enorm veel sprankelende glitters. Het was jarenlang een kleine traditie op Buitenzorg ook zo’n kerststal op te tuigen in de buurt van de vijver. Misschien moeten we die traditie herstellen.
De indeling van de stal mag traditioneel zijn: er is een kribbe met daarin een kindeke Jezus, er zijn een Maria en Josef, een os en een ezel. Soms enkele witte duiven. Heel af en toe zijn er ook wat herders en een paar schapen op bezoek. Die hadden eerst in het veld gelegen en hielden daar trouw de wacht. Bij de echt uitgebreide kerststalletjes zien we ook drie koningen en hun kamelen. Al met al is het best een overzichtelijk groepje.
Ook in de kerststal op Buitenzorg waren deze traditionele figuren te vinden, en niemand vond het een bezwaar als er ook bijvoorbeeld een teddybeer, twee barbiepoppen in prinsessenjurken, een plastic dinosaurus rond de stal stonden. Eigenlijk was iedereen welkom.
Toch was er een keer een tuinder die bezwaar maakte tegen deze overvloed, tegen al deze drukte. Daar is toen het volgende verhaal aan verteld.
“De herbergier gaf Jozef en Maria een plekje in zijn stal omdat het in de herberg heel erg druk was met mensen die zich, zoals keizer Augustus bevolen had, kwamen inschrijven in het dorp van hun geboorte. Er waren bankiers, toneelspelers, stamoudsten, dorpshoofden en sjeiks, zeg maar de adel uit het Midden-Oosten. Maar er was ook werkvolk zoals een smid, een kruidenier en wasvrouwen. Er was zelfs een goochelaar. Kortom, de herberg puilde uit met klanten. En denk nou niet dat de huurders van de ruimte in de herberg alleen waren gekomen. Al die mensen hadden hun eigen vervoer meegenomen. En dat waren in die tijd dieren. Al die dieren stonden ook in de stal. Sterker, deze dieren verdrongen zich om maar op de voorgrond te komen. Ze wilden zo dicht mogelijk bij de kribbe komen te staan opdat het Licht van deze Wereld op hen af zou stralen. En dat is ook wat de aanwezige mensen die erbij waren uiteindelijk opviel: je vergat die dieren heel snel.
Misschien is dat dan ook de reden dat deze dieren nooit zijn opgenomen in wat men gewoonlijk in kerststallen ziet. Of die nu groot zijn of klein, ingetogen of vol glitters; alleen de kern blijft bewaard.
Nu vraagt u zich misschien af wat dat voor soort dieren waren. Daar zijn wel verhalen over.
De bankier was met een muilezel gekomen. Het beest vertelde in de stal de ene leugen na de andere over de andere dieren. Hij ging, zo leek het, expres bij andere dieren op hun hoeven staan en at het zaad van de duiven op. De muilezel beschadigde anderen en zag niet welke gevolgen dat had.
De toneelspeler reisde samen met een aapje. Dat aapje was diep beledigd dat het niet in de herberg mocht wonen. Hij beweerde dat als iemand ongelukkig was diegene dat aan zichzelf te danken had. Dat gold voor iedereen behalve voor apen, die konden alleen maar slachtoffer zijn.
Er was ook een paard van een edelman. Dit nobele dier deed eigenlijk niets anders dan alles negeren. Het keek van alles weg en dacht: ach, het waait wel over. Dit dier was het snelst van alle andere vergeten.
De geiten van de smid en de kruidenier vraten alles aan waar ze maar aan konden knabbelen, en ze klaagden ondertussen dat de andere dieren ze niet genoeg ruimte gaven. De kruidenier had ook nog een havik bij zich, die iedereen de maat nam. De ganzen van de wasvrouwen deden niets anders dan roddelen en achterklap verspreiden. Het beest dat met de goochelaar reisde was verlegen. Het verstopte zich steeds, en riep dan dat het nergens iets mee te maken had. Niemand weet meer wat voor beest dat was. Een lama? Een zebra? Een struisvogel?
En zo gebeurde het dat iedereen vergat dat de stal stampvol had gezeten. Alleen de os, de ezel en de witte duiven, die normaal in de stal woonden en die keurig en vriendelijk inschikten en ruimte voor alle andere dieren, óók de mensen, maakten bleven in de herinnering voortleven.”
De tuinder hoorde dit verhaaltje aan en zei toen: ‘En nu wil je dat ik geloof dat die dieren staan voor ‘rust’, ‘vrede’ en ‘empathie’? Dat we met elkaar tevreden leven en de ander laten leven?’
Ja, dat was zo. En dat is nog steeds zo.
Het bestuur van Buitenzorg wenst u gelukkige kerstdagen en een heerlijk nieuwjaar.
Vertel elkaar in 2024 verhalen. Luister naar de ander. Geef ruimte, en geniet van elkaars gezelschap.
Gerrit Mol, interim-voorzitter Buitenzorg
Download dit kerstverhaal als pdf.
Tot en met zondag 14 januari 2024 is een enorme en uitbundige kerststal, op basis van Napolitaanse kerststalfiguren uit de 18e eeuw, te zien in Museum Catharijneconvent in Utrecht. Gratis te bezoeken zonder reservering.
Of dit nog ‘een overzichtelijk groepje’ is te noemen ..?